De Kouterveldmolen



De Kouterveldmolen was op verschillende momenten in de geschiedenis verbonden met de naam Van Barel.

In een document van 1325 wordt voor het eerst melding gemaakt van deze molen als eigendom van de Vrouwe van Baerle. De molen is gelegen op "...den grooten Bornhem Coutere, ter plaatse geheeten de Molenheyde, bij de straete die naer Doregem gaat...".

De rentmeester van het kasteel van Bornem ontving in 1331 de cijns van medame de Baerle voor de molens. Deze 60 viertalen rogge werden verkocht voo 15 lb. in het kasteel van Bornem. (BRUSSEL. A.R.A., Archief van de Rekenkamer van Vlaanderen en Brabant, nr. 2951 - Foto Filip Hooghe).
Ook in 1393 wordt de Kouterveldmolen vermeld.

De Bornem Kouter was één van de belangrijkste en oudste ontginningen van Bornem. Op de "Caerte Figuratieve van den Graefschappe van Bornhem" van Pieter Meysmans (1676-1677) werd deze streek dan ook in grote letters aangeduid. Verder wordt er ook melding gemaakt van "Den Meulen Cauter". Dat bewijst dat er in 1600 al een molen stond op de plaats waar later de Houten Molen zou komen. In de kerkrekening van 1675 lezen we: "...op den couter aenden meulen..." en ook "...aen den meulenbergh..."

In het quohier van meetinghe van Graefschappe van 1755 komt volgende tekst voor (vertaling): "...Jan Maes geeft per jaar 725 gulden voor de windmolen en de molen met paard op Bornhem Cauter alsmede voor het huis, hout en planten...".

De houten molen op de Grote Bornemkouter aangeduid op de kaart van de eigendommen van Charles de Marnix op 15 oktober 1807. (BORNEM. K.A., Kaarten en plannen - Foto Walter Verstraeten)

De houten molen verloor in 1942 bij een storm 2 wieken en werd kort na de 2de wereldoorlog afgebroken. De laatste molenaar was Jules Van Barel.