Het Frankische Geslacht De Barla



De naam Van Barel is afkomstig van het Frankische geslacht de Barla (ook van Baerle genaamd) dat zich hier tijdens de Frankische kolonisatieperiode vestigde. Een lid van de familie de Barla komt als getuige voor in een akte van 1218.

De Franken waren een groep West-Germaanse volken, die het gebied van de Beneden- en Midden Rijn bewoonden. Carausius, een menapisch hoofdman, werd door Keizer Maximianus belast met de verdediging van de rijksgrens in het noorden van Gallië. In 287 kwam hij echter in opstand en daarvan maakten de Franken gebruik om de gebieden tussen Rijn en Waal (Nederland), tussen Rijn- en Scheldemonding en Taxandrië (Noord-Brabant en Antwerpen) te veroveren. Onder Julianus de Afvallige (355-361) kregen de Franken vaste rechten in Taxandrië. In 358 werden zij een eerste Salisch-Frankische vazalstaat van het Romeinse rijk.

In de 2de helft van de 4de eeuw dreven de Franken hun kolonisatie verder door. Het Land van Waas komt eerst aan de beurt. Dan trokken ze geleidelijk de vallei van de Schelde en later de vallei van de Leie binnen. Het was geen gewelddadige bezetting, eerder een geleidelijke overname van de gronden en bezittingen die door de Romeinen verlaten werden.

In Bornem en Luipegem hebben de Franken dus de villae of hoeven betrokken die door de Gallo-Romeinse inwijkelingen verwaarloosd achtergelaten waren. Zij hechtten veel belang aan de aanwezigheid van water voor de veeteelt, vandaar dat de ligging van Bornem aan de Oude Schelde voor hen de ideale vestigingsplaats was.